Knotwilg
ik graaf me in met doorweekte voeten
in de groeven van mijn huid bewaar ik
de aanrakingen van kleinkinderen en grootouders
soms breek ik uit mezelf, stroomt mijn sap te snel
verzwijgen mijn holtes de vogels
die mij uitverkoren hebben
geknot toon ik schaamteloos mijn wonden,
wordt mijn loop vertraagd
ik moet weer ontkiemen
het licht vangen met mijn takken
mijn stem terugvinden als de wind me tegenspreekt
Steven Van Der Heyden
e-waste
Afval is een gebrek aan verbeelding Peter McFarlane
eendagsvliegen veroveren ons web
kabels als afgetakelde lichaamsdelen
wat defect is, wordt smokkelwaar in
tweedehandswagens, hun eindbestemming
de rafelranden van een arme stad
afgedankte toestellen ontmanteld
door kinderen, wat verbrand wordt
druipt als glazuur over een lappendeken
van afvalstoffen, gif lekt de aarde in
gassen als toegift voor wat vuil goud
een geur van bederf nestelt zich als as in rook
put bodem en lichaam uit, boven smeulende restanten
een rookgordijn voor wat we ontkennen
Steven Van Der Heyden
Stem nu woensdag 5 mei af op radio Klara.
In het programma 'Klassiek Leeft' krijgt mijn gedicht ‘Whale fall’ airplay. Rond 10.45u, vlak voor Mendelssohn waar het klankmatig mooi op preludeert, wordt het ingeleid en gebracht door Bart Stouten.
Whale fall
Ik ben niet langer wachter van de zee
maar prooi in het bellennet
verstrikt in een trage verticale dans
een op hol geslagen sonar
in de greep van het duister
Ik hang niet meer vast aan klanken
verlaat de plek die zingt, de bloei van het water
hoe dieper ik duik, hoe meer zwaarte naar binnen lekt
echo’s geven geen klik meer
Op deze diepte draagt enkel mijn huid nog
mijn verhaal, lezen inkervingen als braille
daaronder kraken ribben, krimpen luchtkamers
scheurt een oeroud geheugen uit membranen
Een nieuwe wereld kruipt mijn lichaam in
met het diep geduld van water
geef ik de oceaan haar vorm terug
Steven Van Der Heyden
Antropoceen
De mens is een triest zoogdier dat zich kamt. César Vallejo
het gerucht doet de ronde
dat we onze voorouders voor de gek houden.
we wapenen ons met beton
breken een ritme van groei en erosie
om niet over de rand van dijken te vallen
klampen we ons vast aan koppige idealen
besmetten uren met drijfvuil en ontkenning,
kijken weg van onze verzamelwoede
hoe kleren als vacht aan ons kleven
met plastic botten houden we ons bijeen
uit kelp en korstmos filteren we boodschappen
als ontheemde mieren graven we ons in
zoeken richting en redding. wij, donkere materie
voer voor een zwart gat.
Steven Van Der Heyden